Koffie, kleffebroodjescultuur, belasting en accijnzen
Een tijdje geleden ging een video van Thierry Baudet viral toen hij kritiek uitte op ’s lands kleffebroodjescultuur. Daarnaast zei hij dat het “een van de raadsels van onze tijd is dat de Nederlandse koffie zo ontzettend veel minder lekker is dan in Italië”. Het Nederlandse koffiezetapparaat was daarom niet te vertrouwen volgens de politicus. Gechargeerd gezegd kwam de tirade op het volgende neer: pas op voor de mainstream koffie!
Toch zijn er veel mensen die daar anders over denken. Zo bleek uit een onderzoek van de website Quartz dat Nederlanders gemiddeld de meeste koppen koffiedrinken op een dag. Ook onze Oosterburen, die net niet het podium halen met hun vijfde plek, kunnen een ‘bakkie pleur’ waarderen.
De Duitse variant van Douwe Egberts zal wel verheugd zijn met dit nieuws, maar ook de Duitse schatkist en de Nederlandse grensondernemer zijn blij met de Duitse koffieconsumptie. Waarom dat zo is, zal ik in dit artikel uitleggen.
Kaffeesteuer (koffiebelasting)
Vanaf de zeventiende eeuw ging Europa aan de koffie en in 1781 floreerde de koffiehandel in Pruisen. Frederik de Grote besloot om een belasting in te voeren op de invoer van koffie (Einfuhrzolles). In de negentiende eeuw was deze heffing een belangrijke bron van inkomen van Pruisen en na de Duitse eenwording in 1871 kwamen de opbrengsten toe aan het Duitse Rijk.
Momenteel is in de Kaffeesteuergesetz de Duitse koffiebelasting gecodificeerd. De belasting heeft niet meer de vorm van invoerrechten, omdat dit onverenigbaar is met de Europese interne markt. De heffing is nu vormgegeven als Verbrauchsteuer, hetgeen betekent dat het ‘verbruik’ van de koffie wordt belast. In Nederland wordt een dergelijke belasting aangeduid als een ‘accijns’. Een aantal verbruiksbelastingen of accijnzen zijn door de EU geharmoniseerd (zoals het verbruik van tabak), maar dat geldt niet voor koffie. Dit betekent dat lidstaten zelf mogen bepalen hoe zij dit product belasten.
Duitsland heeft ervoor gekozen om een accijns van €2,19 te heffen op een kilo pure koffiebonen en €4,78 voor oploskoffie. Jaarlijks maakt de Duitse belastingbetaler meer dan €1 miljard over aan het Duitse Ministerie van Financiën door het kopen van koffie.
Koffietoerisme door lage BTW tarief op koffie in Nederland
Omdat Nederland alleen btw heft op voedingsmiddelen, is de Duitse belastingbetaler doorgaans beter af als hij zijn koffie koopt in Nederland. Een bakje doen over de grens is namelijk een stuk goedkoper doordat er in Nederland geen accijnzen worden geheven op koffie. Doordat het lage btw-tarief in Nederland hoger ligt dan in Duitsland scheelt het gemiddeld per kilo ongeveer €1,50 voor pure koffiebonen en nog meer voor oploskoffie. Het is ook niet aan te raden om een typisch Nederlands klef broodje mee te nemen, want daar betaal je meer belasting over dan in Duitsland.
Maar de koffiebelasting leidt er in ieder geval toe dat er aan de grens met Duitsland tankstations zijn die enorme hoeveelheden koffie verkopen aan Duitsers. Het is zelfs zo dat er een Nederlandse pomphouder was die niet meer rond kon komen met het verkopen van brandstof na de verhoging van accijnzen op diesel en lpg, maar door de koffieverkoop zijn hoofd boven water kon houden. Wel is het zo dat er maximaal tien kilogram mee terug mag in de kofferbak naar Duitsland.
Als je meer meeneemt, dan drink je je koffie in fiscale zin zwart.